De rechtbank Den Haag heeft op 17 januari 2024 uitspraak gedaan in een zaak die een aantal ZZP’ers had aangespannen tegen de Staat. Zij stelden dat de overheid met de covid- steunmaatregelen NOW en TOZO de ZZP’ers ongelijk heeft behandeld ten opzichte van werknemers.

De NOW zorgde ervoor dat werkgevers hun werknemers volledig konden doorbetalen, terwijl ZZP’ers via de TOZO slechts tot bijstandsniveau werden betaald.

Beoordelingsvrijheid

De rechtbank zegt dat de Staat bij het vaststellen van alle corona-maatregelen een ruime beoordelingsvrijheid had.De vraag welke steunmaatregelen getroffen moesten worden, was primair een politieke keuze. De steunmaatregelen zijn onderwerp geweest van politiek debat en door een meerderheid van de Tweede Kamer gesteund. De rechtbank vindt daarom dat zij inhoudelijk terughoudend moet toetsen of de regelingen onrechtmatig zijn. Die houding van de rechter is begrijpelijk in een rechtstaat. 

Werknemers en zelfstandigen geen gelijke gevallen

De rechtbank zegt dat werknemers en zelfstandigen geen gelijke gevallen zijn. De uitgangspositie van zelfstandigen voor de pandemie was anders. Er is politiek voor gekozen om zo veel mogelijk banen te behouden. De Staat heeft wel erkend dat het omzetverlies van zelfstandigen door de coronamaatregelen geen normaal ondernemersrisico is, maar dat betekende nog niet dat de Staat zelfstandigen op basis van hun omzetverlies zou hebben moeten compenseren.

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen

Gezien de korte tijd waarin alle noodmaatregelen opgezet moesten worden, vindt de rechtbank de gekozen aanpak niet van iedere redelijke grond ontbloot. De Staat heeft aangehaakt bij een bestaande regeling, namelijk de Bbz (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) en heeft die regeling verruimd, zodat zelfstandigen eenvoudiger een uitkering vergelijkbaar met die uit de Bbz konden krijgen. De Bbz verstrekt slechts uitkeringen tot bijstandsniveau.

Standpunt PZO

Het klopt natuurlijk dat zelfstandigen niet dezelfde rechtspositie hebben als werknemers. Zelfstandig ondernemers zijn ondernemers en geen werknemers. De redenatie van de rechtbank dat de Staat daarom zelfstandigen niet per sé op dezelfde manier hoeft te behandelen is in dat licht nog wel te volgen.

Maar als de Staat van mening is dat zelfstandig ondernemers anders behandeld moeten worden dan werknemers, waarom probeert de overheid er op dit moment dan alles aan te doen om die zelfstandige gelijk(-er) te trekken met de werknemer, in ieder geval in financiële zin? De ene na de andere maatregel komt op ons af om belastingvoordelen voor zelfstandigen af te bouwen, zodat ze (financieel) meer vergelijkbaar zijn met werknemers. Waarom geldt dan omgekeerd niet dat zelfstandigen gelijk gecompenseerd moeten worden als werknemers in het geval van buitengewone omstandigheden? Dat is meten met twee maten.

Dit artikel is geschreven door Sylvia Huydecoper (Directeur PZO). 

 

X