Hoe zorgcoöperaties een antwoord kunnen bieden op de uitdagingen in de zorg
‘Het moet en kan beter, anders lopen we vast’. Dat is de ondertitel, tevens kernboodschap van het Integraal Zorgakkoord (IZA). De vraag naar zorg stijgt sneller dan het aanbod, waardoor de toegankelijkheid van de zorg onder druk komt te staan. Er ligt daarom een opgave om de zorg toekomstbestendiger te maken.
Zorgverzekeraars bewegen mee in deze transformatie. In hun zoektocht om dat goed te doen en het overzicht te bewaren, helpt het hen niet dat er veel partijen bijkomen (zoals zelfstandige professionals, maar ook zorgcoöperaties). Het is voor hen ondoenlijk om met een veelheid aan zorgpartijen in één regio te onderhandelen. Daarom willen zij dit aantal beperken. Een aantal zorgverzekeraars sluit de samenwerking met zorgcoöperaties uit. Daarmee vergroten ze niet alleen het tekort aan zorgverleners, maar ondermijnen ze ook op andere vlakken de beoogde doelen van het IZA.
Wat een (zorg)coöperatie isNederland kent een rijk en divers coöperatief landschap, van Friesland Campina tot aan VGZ. Er zijn vele vormen, maar ook gemene delers. Een belangrijke gemene deler is dat coöperaties democratische samenwerkingsvormen zijn, van en voor leden. Samen zijn de leden eigenaar van de coöperatie, zij nemen gezamenlijk de besluiten. Bij een zorgcoöperatie sluiten zelfstandigen zich vrijwillig aan in de vorm van lidmaatschap. Eenmaal lid blijven zij echter te allen tijde zelfstandig ondernemer.
Hoe een zorgcoöperatie zich verhoudt tot een reguliere instelling
Zorgcoöperaties ‘gedragen’ zich als een reguliere instelling en moeten aan dezelfde eisen voldoen. Zo gebeurt het borgen van en de controle op kwaliteit op dezelfde wijze als bij een instelling[1]. Evenals een instelling verzorgt de coöperatie daarnaast voor haar leden de contractonderhandelingen met de verzekeraars. Maar ook het verkrijgen van zorgopdrachten[2], het initiëren van innovatieve projecten en het versterken van de positie van de zorg-zelfstandigen worden geregeld. Daarnaast ‘ontzorgen’ de medewerkers op kantoor de zelfstandigen als het gaat om marketing, IT en administratie.
Zorgcoöperaties doen er echter nog een schepje bovenop. Zij stellen hoge eisen aan hun leden. Dit doen ze al bij de toetreding, zelfstandigen worden dan via een uitgebreide intake getoetst aan ondernemers- en beroepscriteria. Maar zelfstandigen zijn ook verplicht om aan bijscholing en deskundigheidsbevordering te doen, moeten in een team werken (solisten zijn niet toegestaan), ze moeten hun vaste collega-zelfstandigen vervangen en ze moeten zich laten auditeren als team.
Als een zorgcoöperatie zich hetzelfde gedraagt als een instelling en zelfs méér vraagt van een individuele zorgprofessional, waarom zijn die zelfstandigen dan niet in dienst bij een zorginstelling? Precies om datgene wat een coöperatie anders maakt dan een instelling, namelijk dat de zorgprofessional zelfstandig ondernemer blijft! Daarmee gaan de voordelen gepaard van het ondernemerschap: het gevoel van autonomie, de eigen tijden beter kunnen indelen, meer aandacht hebben voor de client, meer passende zorg kunnen bieden, zelf cliënten kunnen regelen, het gevoel ‘ontzorgd’ te worden en tenslotte het gevoel ergens bij te horen (‘community’).
De voordelen van werken met een zorgcoöperatie
Er zijn diverse voordelen van werken met een zorgcoöperatie:
- Er is sprake van één aanspreekpunt binnen een team, zowel richting de client als richting samenwerkende partners in de wijk.
- Elk regio- of wijkteam heeft een samenwerking met de belangrijkste zorgaanbieders in de regio, andere thuiszorgaanbieders en opleidingsinstituten. Daarnaast initiëren en participeren coöperaties aan verschillende pilots, projecten, samenwerkingsverbanden en netwerken om cohesie in het aanbod te verstevigen.
- Coöperaties maken de zorg goedkoper: voor coöperaties gelden vaak lagere tarieven dan voor reguliere instellingen, organisatiekosten kunnen laag blijven door (onder andere) gezamenlijke inkoop en er gelden nadrukkelijk geen bemiddelingskosten[3].
- De teams van zelfstandigen zijn heel consistent, waarmee continuïteit voor cliënten wordt gewaarborgd. Bovendien ronden zelfstandigen klussen af, ook al is dat in eigen tijd.
- Zelfstandigen geven aan zich veel meer verantwoordelijk en betrokken te voelen dan wanneer ze voor een zorginstelling zouden werken. Ze hebben veel langer dezelfde cliënten onder zich dan bij een reguliere instelling. De structuur, gericht op ‘gezamenlijke belang’, bevordert dat.
- Zorgcoöperaties zitten veel meer op de noodzakelijke, verpleegkundige zorg dan op de comfortabele zorg. Keerzijde hiervan is dat ze vaak boven de doelmatigheid zitten. Door de focus op verpleegkundige zorg, kunnen zij per saldo minder cliënten per maand hulp bieden.
Waarom een zorgcoöperatie juist een antwoord kan bieden op het IZA
De zelfstandigen die verbonden zijn aan een zorgcoöperatie onderschrijven de boodschap van het Integraal Zorgakkoord. Er ligt een gezamenlijke opgave! Juist door zich te organiseren in een coöperatie, verbinden zij zich niet alleen gevoelsmatig maar ook organisatorisch aan die opgave.
Coöperaties zijn geen verzameling eenpitters van (schijn)zelfstandigen, het zijn collectieven aan zelfstandigen die krachten kunnen bundelen. Door samen te werken in een coöperatie, worden de nadelen van een individuele zelfstandige beperkt, de voordelen van een collectief juist verbreed. Zorgcoöperaties kunnen effectief én efficiënt zorg bieden en denken in dat opzicht erg mee met zorgverzekeraars. De juiste zorg op de juiste plek, binnen de beschikbare middelen. Dat is waar coöperaties, alsook het IZA, naar streven.
Het feit dat zelfstandigen die lid zijn van een coöperatie zelfstandig ondernemer blijven, betekent bovendien dat zij stuk voor stuk aangeven niet meer in loondienst te willen. Door als zorgverzekeraar niet met zorgcoöperaties te werken en zelfstandigen te dwingen om in loondienst te gaan, raak je deze kundige, noodzakelijke zorgprofessionals kwijt. Het is daarom onuitlegbaar én onverantwoord om zorgcoöperaties uit te sluiten.
[1] Ze beschikken over: kwaliteitsconsultanten/kwaliteitsfunctionarissen; een betrokken cliëntenraad; klankbordgroepen; een landelijke erkende klachtenregeling en een kwaliteitsmanagementsysteem dat aan internationale eisen voldoet (ISO certificering).
[2] Bij de ene coöperatie zorgen de leden zelf voor hun cliënten, bij de andere coöperatie worden ze gematcht.
[3] Sommige zorgcoöperaties ‘matchen’ weliswaar client en zorgverlener, maar stappen er niet tussenuit nadat client en zorgverlener zijn gematcht. De coöperatie houdt te allen tijde toezicht op bijscholing, kwaliteit en doelmatigheid van zorg.
___________________
Van de redactie:
Dit is een bijdrage van PZO Consultancy in opdracht van enkele zorgcoöperaties.
Heeft uw sector of beroepsvereniging ook behoefte aan een onderzoek of ondersteuning in de lobby? Neem dan gerust contact met ons op om de vraagstelling of problematiek te bespreken.